Feit of fabel alcohol in het verkeer
Feit of fabel alcohol in het verkeer: Twee biertjes moeten kunnen
We weten allemaal dat alcohol en verkeer niet samen gaan. Toch is alcohol drinken en daarna deelnemen aan het verkeer in Nederland niet verboden. Er gelden wel wettelijke alcoholpromillage limieten:
Vervoerswijze | Wettelijke alcohollimieten in Nederland |
Automobilist | 0,5‰ |
Fietser | 0,5‰ |
Vrachtwagenchauffeur | 0,5‰ |
Brom- en snorfietser | 0,2‰ |
Beginnende bestuurder | 0,2‰ |
In Nederland mag een bestuurder dus máximaal 0,5‰ alcohol in zijn bloed hebben wanneer aan het verkeer wordt deelgenomen (brom- en snorfietsers en beginnende bestuurders 0,2‰!). Voor voetgangers geldt geen wettelijke alcohollimiet. Toch kan de politie voor openbare dronkenschap van een voetganger wel een proces-verbaal maken. De politie neemt dan geen blaas- of bloedtest af, maar gaat af op de uiterlijke kenmerken van dronkenschap en het gedrag van de voetganger.
Met onze maximale 0,5‰ zit Nederland tussen bijvoorbeeld Hongarije, Slowakije, Roemenië en Tsjechië (0,0‰) en Groot Brittannië en Malta (0.8‰).
Aantal glazen
Maar hoeveel glazen alcohol is dan 0,5‰? Dat ligt tussen de 2 en 3, uitgaande van de standaard glazen voor het betreffende drankje. En het soort drank is natuurlijk ook van invloed: 2 tot 3 fluitjes bier zullen de toegestane limiet naderen, en 2 tot 3 borrelglazen jenever ook. Maar als het fluitje wordt volgeschonken met jenever gaat het verhaal van 2 tot 3 standaardglazen niet meer op. Een biertje met 5% alcohol is 1 standaardglas. Een glas speciaalbier (waarbij het glas vaak een andere maat heeft dan standaard) met 8% alcohol is geen standaardglas meer. Drinkt u bijvoorbeeld 3 glazen trappistbier van 8%, dan heeft u eigenlijk 6 standaardglazen gedronken!
Ondanks de grote verschillen in alcoholpercentage bevat een normaal standaardglas van alle dranken dus in principe evenveel alcohol. Zo wordt bier doorgaans geschonken in een glas van 200 ml, wijn in een glas van 100 ml en sterke drank in een glaasje van 35 ml. Zolang aan deze standaard glazen wordt gehouden, zal er dus nauwelijks verschil zijn in de totale hoeveelheid alcohol die iemand binnenkrijgt bij het drinken van 2 bier of 2 glaasjes sterke drank.
Gewicht
Het gewicht van een persoon speelt ook een belangrijke rol. Hoe lichter de persoon is, hoe hoger het promillage alcohol bij hetzelfde aantal glazen. Ter (grove) indicatie een verschil tussen een persoon van 60 kilogram en een persoon van 80 kilogram:
Alcoholpromillage in het bloed bij een persoon van 60 kilogram:
Glazen | na 2 uur | na 3 uur | Na 4 uur |
2 | 0,3 | 0,1 | 0,0 |
4 | 0,7 | 0,6 | 0,4 |
6 | 1,2 | 1,0 | 0,9 |
Alcoholpromillage in het bloed bij een persoon van 80 kilogram:
Glazen | na 2 uur | na 3 uur | Na 4 uur |
2 | 0,1 | 0,0 | 0,0 |
4 | 0,5 | 0,3 | 0,2 |
6 | 0,8 | 0,7 | 0,5 |
Alcohol drinken tijdens het rijden
Het vasthouden c.q. drinken van (fris)drank tijdens het besturen van een voertuig is in de Nederlandse wetgeving niet geregeld. Dus tijdens het rijden een colaatje drinken is toegestaan.
Wanneer bijvoorbeeld de bestuurder tijdens het drinken gaat slingeren met het voertuig, dan bestaat de mogelijkheid dat er bekeurd wordt voor artikel 5 Wegenverkeerswet ’94 (gevaar/hinder (kunnen) veroorzaken).
Met betrekking tot alcoholhoudende drank is het net even anders: In artikel 8 WVW’94 staat dat het een ieder verboden is om een voertuig te besturen terwijl hij/zij onder invloed is. Mocht de politie zien dat een bestuurder uit een blikje bier (of iets dergelijks) zit te drinken, dan zal deze bestuurder gecontroleerd worden op het gebruik van alcoholhoudende drank.
Op straat gebeurt dit met een selectieapparaat (alcoholtester). Hieruit kan naar voor komen dat de bestuurder vermoedelijk onder invloed is en vervolgens op het politiebureau nogmaals moet blazen, maar dan op een ademanalyse apparaat.
Daarbij is het tevens mogelijk dat er in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de plaats waar de bestuurder is aangehouden staat dat het verboden is op de weg alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flesjes, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. Mocht dat van toepassing zijn, wordt met het drinken van alcohol achter het stuur dus een overtreding begaan.
Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het consumeren van (alcoholhoudende) drank in de auto op zich niet altijd strafbaar is, maar ten zeerste af te raden is.
Het effect van alcohol op ons rijgedrag
Bestuurders onder invloed van alcohol rijden impulsiever en roekelozer dan nuchtere bestuurders. Ook worden verkeerssituaties minder goed beoordeeld, gevaren minder tijdig herkend, er wordt minder snel gereageerd, het voertuig wordt minder goed bestuurd en deze bestuurders zijn minder waakzaam. Bij jongeren en onervaren bestuurders is deze verslechtering in rijgedrag sterker merkbaar. En, hoe meer alcohol in het bloed aanwezig, hoe meer alles hierboven vermeld ‘minder’ wordt.
Het risico van rijden onder invloed van alcohol
De kans op een verkeersongeval stijgt dus naarmate een bestuurder meer alcohol heeft gedronken. Het ongevalsrisico is bij een alcoholpromillage van 0,5 ongeveer 40% hoger dan bij nuchter rijden. Bij een alcoholpromillage van 1,0 is het risico iets meer dan 400% zo hoog, en bij een promillage van 1,5 is het ongevalsrisico meer dan 2.000% zo hoog als dat van een nuchtere automobilist.
Dat deelnemen aan het verkeer na alcohol te hebben gedronken gevaarlijk is, blijkt ook uit onderstaande opsomming:
- 0,5 promille (ongeveer 1 glas voor een vrouw, 2 glazen voor een man): u voelt zich meer ontspannen, maar u bent minder alert in het verkeer.
- 0,5 -1,5 promille (ongeveer 2-5 glazen voor een vrouw, 3-7 glazen voor een man): u bent ‘aangeschoten’, u kunt niet meer veilig aan het verkeer deelnemen.
- 1,5 -3,0 promille (ongeveer 6-9 glazen voor een vrouw, 8-14 glazen voor een man): u bent dronken, u kunt absoluut niet meer aan het verkeer deelnemen.
- 3 tot 4 promille (ongeveer 10-13 glazen voor een vrouw, 15-19 glazen voor een man): u bent zwaar dronken, u kunt uw bewegingen niet langer coördineren, uw zintuigen zijn volledig verdoofd.
- 4 promille: u bent helemaal ‘van de kaart’, met hoge kans op bewusteloosheid en beginnend levensgevaar.
- 5 promille: u kunt in coma raken, er is acuut levensgevaar.
Risicogroepen in Nederland
Naast de risicogroep jongeren (van 18 tot en met 24 jaar oud), die vanwege hun leeftijd minder ervaren zijn en waarbij het gebruik van alcohol een groter effect heeft op het rijgedrag dan bij oudere bestuurders, zijn er naar schatting in ons land tussen de 90.000 en 125.000 automobilisten die gekenmerkt kunnen worden als zware alcoholovertreders. Dat zijn overtreders die minstens één keer zijn betrapt met een promillage van 1,3 of hoger. Deze groep is verantwoordelijk voor tweederde van alle ernstige alcoholongevallen.
Strafrechtelijke maatregelen voor rijden onder invloed
Rijden onder invloed van alcohol (en/of drugs) is een verkeersmisdrijf. Een bestuurder die gepakt wordt voor rijden onder invloed kan door het Openbaar Ministerie als straf een geldboete en/of een ontzegging van de rijbevoegdheid krijgen.
Bestuursrechtelijke maatregelen voor rijden onder invloed
Ook kan de bestuurder worden aangemeld bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) voor een zogenaamde vorderingsprocedure. Hierbij moet de bestuurder een cursus en/of onderzoek volgen om het rijbewijs te kunnen behouden. Deze bestuursrechtelijke maatregelen kunnen bestaan uit een (Licht) Educatieve Maatregel Alcohol En Verkeer of uit een onderzoek naar de rijgeschiktheid. Bij de laatste kan de uitkomst zijn dat de bestuurder niet voldoet aan de eisen van rijvaardigheid of rijgeschiktheid. In dat geval wordt het rijbewijs ongeldig verklaard. Het verschil met een ontzegging van de rijbevoegdheid is dat de bestuurder na ongeldigverklaring van het rijbewijs opnieuw zijn rijvaardigheid en/of geschiktheid bij het CBR moet aantonen.
Schade veroorzaakt met alcohol op achter het stuur
De meeste verzekeraars hebben een bepaling in de polisvoorwaarden opgenomen waarin staat vermeld dat schade veroorzaakt terwijl de bestuurder onder invloed van alcohol verkeerde niet is verzekerd. Deze niet-toegestane WAM-uitsluiting heeft tot gevolg dat de verzekeraar de benadeelde wel zal moeten schadeloosstellen, maar de schadeuitkering daarna kan verhalen op de onder invloed verkerende schadeveroorzaker. Schade veroorzaakt met alcohol op achter het stuur kan dus, naast het leed dat een aanrijding kan veroorzaken, ook financiële consequenties voor de veroorzaker hebben.
De Vereende heeft in haar polisvoorwaarden ook een bepaling opgenomen over het nuttigen van alcohol en deelname aan het verkeer:
Bestuurder onder invloed
Schade is niet gedekt als:
- de bestuurder zoveel alcohol heeft gedronken dat het eigenlijk niet mogelijk was om het motorrijtuig op een juiste manier te besturen;
- het alcoholniveau in de adem en/of het bloed van de bestuurder hoger was dan wettelijk toegestaan;
- de bestuurder onder invloed van een bedwelmend of opwekkend middel was waardoor het eigenlijk niet mogelijk was om het motorrijtuig correct te besturen.
Feit of fabel:
“Twee biertjes moeten kunnen” mag wettelijk bij een man van gemiddelde grootte. Een kleinere man of gemiddelde vrouw heeft na het nuttigen van twee glazen alcohol al een te hoog alcoholpromillage in het bloed om wettelijk gezien te mogen autorijden. Maar gezien het feit dat twee biertjes al invloed hebben op de rijvaardigheid, raden wij het iedereen sterk af om dan nog aan het verkeer deel te nemen. Wat ons betreft is het dus een fabel.
Bron: In dit artikel is onder andere gebruik gemaakt van informatie van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) en van de politieacademie.